Natuurbeschermingswet 1998
Artikel 44
1
Indien Onze Minister bevoegd is tot verlening van een vergunning zendt hij een afschrift van het verzoek om een vergunning en van de ontvangstbevestiging aan gedeputeerde staten van de provincies en burgemeester en wethouders van de gemeenten, waarin de handeling, waarvoor de vergunning wordt verlangd, zal geschieden.
2
Indien gedeputeerde staten bevoegd zijn tot verlening van een vergunning zenden zij een afschrift van de stukken, bedoeld in het eerste lid, aan burgemeester en wethouders van de gemeenten, bedoeld in het eerste lid, alsmede aan Onze Minister.
3
Gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk burgemeester en wethouders, kunnen binnen acht weken na de op de ontvangstbevestiging vermelde datum bij het tot verlening van de vergunning bevoegd orgaan hun zienswijze naar voren brengen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.